Vijand geveld

Als de Duitsers de klokken roven, vergeten ze één kleiner exemplaar. Sinds 1890 hangt het in het kleine torentje (de vieringtoren) achter op het schipdak. Het luidt twee keer daags. ’s Middags om 12 uur en ’s avonds om 6 uur roept het de gelovigen op het Angelusgebed te bidden. Het klokje wordt daarnaast geluid tijdens de eucharistieviering.

 

Misschien vinden de Duitsers de klokje te klein. Het dateert uit 1833, als eerste luidklok van de tweede Lambertuskerk. In de nieuwe kerk begint het een volgend leven als vieringklokje. En dan draagt de geschiedenis weer de nodige ironie in zich. Want klokkengieter Korthaus giet een randschrift mee: ‘H. Lambertus gij zijt ons tot patroon gesteld, acht dat gij onsen vijant neder velt.’

 

De Lambertus staat er nog. Het vieringklokje klept nog elke dag. De vijand is al lang geleden geveld.